| 
                          
                          De Frits Selling 
							story, 
							 
                          
                          Amsterdammer Frits Selling geboren op 
							30 maart 1932 werd onze eerste naoorlogse 
							Nederlandse FABRIEKS MOTORCROSSER met een lange en 
							mooie lijst van resultaten achter zijn naam. 
                          Frits overleed op zijn 84e verjaardag in 2016. 
                           
                          
                          Vader Henk Selling had een motorzaak 
							vanaf 1947, aan  
                          
                          
                          de Amsterdamse Kromme Mijdrechtstraat, bij de Amstel, 
							hier is het motorvirus aan Frits en zijn broer Rob 
							met de paplepel ingegeven. 
                           
                          
                          Net 20 jaar reed hij zijn eerste wedstrijd in de 125cc 
							klasse met de Eysink motor, als junior. 
                           
                          
                          In 1950-1951 promoveerde hij door naar de senior 
							klasse 
							 
							1953, Enduro met de Norma 
							200cc   
							
							 1962, 
							Greeves 250cc 
                           
                          
                          In 1963 werd Frits Fabrieksrijder en monteur voor het 
							Engelse Greeves, zijn vader nam de import voor 
							Greeves in Nederland voor zijn rekening 
							
                          	
                          	
							 
							1964, Greeves Enduro 
							 
							1967, Greeves  
							 
							Velocette 
                           
                           
                          1969, CZ 
 
                          
                          Onderstaand Frits zijn Erelijst: 
                          
                          Motorcrosskampioen van Nederland: 
                          
                          1953-1954-1956-1958-1960-1962 
                          
                          Betrouwbaarheidskampioen in: 
                          
                          1956-1958-1961-1962-1966-1967-1968 
							 
                          
                          10 x Winnaar van een Gouden Medaille in Internationale 
							Zesdaagse's 
                          
                          Winnaar van de Zilveren vaas voor 
							Nederland in 1956 samen met de rijders,  
                          
                          Bennie Jansema, Priem Rozenberg en Ton 
							Witberg. 
                           
                          
                          3 x Winnaar van de  
                          
                          
                          Hans de Beaufort-beker 1957-1961-1962, dit is hoogste onderscheiding 
							in de Nederlandse motorsportwereld die -in principe 
							jaarlijks- door de KNMV wordt uitgereikt aan een 
							Nederlandse motorrijder die zich in een bepaald jaar 
							bijzonder heeft geprofileerd. Als er in een jaar 
							geen motorrijder is die aan alle eisen voldoet, 
							wordt de prijs niet toegekend. 
                           
                          De prijs 
							is genoemd naar de Nederlandse motorrijdende 
							verzetsman Hans de Beaufort, die in 1942 in Dijon 
							werd gefusilleerd door de Duitsers. De Hans de 
							Beaufort-beker werd in 1947 voor de eerste maal 
							uitgereikt aan Dick Renooy. 
                          
                          Het Ereteken in goud en diamant van de 
							NSF 
                          1964 
                          
                          Legpenning in zilver van de KNMV 
                          1968 
                          
                          Oorkonde Official van verdienste van de 
							KNMV 
                          1968 
                          
                          Winnaar Hans de Beaufort-beker van de 20e
							Eeuw in 2000 
                          
                          Koninklijk Onderscheiden namens Hare Majesteit 
							Koningin Beatrix, Gedecoreerd door Burgemeester Job 
							Cohen van Amsterdam. 
                          
                          “Lid in orde van Oranje-Nassau” 
                          
                          
                          2001 
                           
                          Al deze 
							penningen, medailles en oorkondes heeft Frits 
							verdiend op basis van zijn prestaties, sportiviteit, 
							integriteit en nimmer aflatende promotie en 
							vakkundigheid van en voor de MOTORSPORT in het 
							algemeen. 
							 
                          Frits 
							reed in 1966 zijn laatste wedstrijd voor de KNMV, en 
							tot op 70 jarige leeftijd heeft hij met regelmaat 
							nog op een crosser gereden. 
                          De 
							diverse motoren waarop Frits actief is geweest 
							waren: Eysink, BSA, Greeves, Ariel, en Velocette. 
                          
                          Bijgevoegde foto's over Frits, welke ik mocht 
							ontvangen van Rien Buitendijk, waarvoor mijn
							 
                          dank. 
                          
                           
                     
 
                          
                          Uit het smalle Parool 
							van 1 juni 1952 
                          
                          Personeelsvereniging 
							“vrij en onverveerd” 
                          
                           Motorsuccessen van 
							hulpchauffeur 
                          
                            
                          
                          JONGE FRITS AL 
							SENIOR-RIJDER 
                          
                          Als u in Amsterdam ’s 
							middags een jonge man ziet rondrijden op een 
							ivoorkleurig, scooterachtig motorrijwiel, dat 
							achterop een bak draagt, waarop de naam van onze 
							krant, kunt u sinds dit moment weten, dat u te maken 
							hebt met F r i t s Se l l i n g, hulpchauffeur. 
                          
                          Als u meer van Frits 
							wilt weten, moet u gaan naar de Kromme 
							Mijdrechtstraat 61, want daar is de garage van zijn 
							vader en daar kan men vooral in de avonduren een 
							verzameling van jonge mensen aantreffen, gebogen 
							over zorgvuldig gekoesterde motoren; daar kunt u een 
							soort motorsociëteit vinden, waar het – ik spreek 
							uit ervaring – bijzonder gezellig en nuttig kan 
							wezen. Als u iets voor motoren voelt tenminste. 
                          
                            
                          
                          Hele gezin leeft mee 
							met jeugdige Parolist 
                          
                          Dat Frits Selling – en 
							eigenlijk zijn hele familie, moeder en broer incluis 
							– iets voor motoren voelt, is duidelijk. Want deze 
							jonge man, die als hij naast zijn motor staat 
							eigenlijk een tikje verlegen is, verandert volgens 
							getuigen in een zeer weinig timide figuur, zodra hij 
							zijn voertuig bestijgt. 
                          
                          Deze Frits dan is nu 20 
							jaar, wat veel minder bijzonder is, dan dat hij bij 
							terreinraces in Nederland in de klasse met een 
							cilinderinhoud van 125 cc een goed figuur pleegt te 
							slaan. Frits is er al vroeg mee begonnen, wat niet 
							zo gek is, omdat vader Selling immers een garage 
							plus werkplaats heeft. Zo kon het ook gebeuren, dat 
							Frits toen hij achttien was, in Tolbert aan de 
							juniorraces meedeed, zonder een rijbewijs te 
							hebben…. Voor de training was hij toen te laat 
							gekomen en toen ging hij even op de weg oefenen, 
							werd aangehouden en nou ja, ’n bekeuring kwam er 
							niet van. Die dag werd hij elfde. 
                          
                          Nu is diezelfde Frits 
							een terreinspecialist en geen junior meer, maar 
							senior-rijder. Die promotie had hij in één jaar te 
							pakken, omdat hij in het seizoen 1950-1951 eenmaal 
							eerste werd: twee maal tweede en twee maal derde. En 
							in de terreincompetitie voor Nederland, waarbij dus 
							de resultaten van al die races meetellen, stond 
							Selling vorig jaar tweede. Wat niet gek is voor 
							iemand, die toen nog negentien jaar was. In dat jaar 
							werd hij ook vier maal nummer een. Broer Rob Selling 
							(nu 21 jaar) raced ook, maar met iets minder succes, 
							en – hij moet het me maar niet kwalijk nemen – maar 
							insiders zeggen, omdat hij iets minder goed rijdt 
							dan Frits. 
                          
                          Frits Selling rookt en 
							drinkt niet 
                          
                          Ik geloof, dat de 
							verklaring daarvoor ligt in de opmerking, die een 
							van Frits’ vrienden maakte, toen ik met onze 
							racevriend sprak. 
                          
                          Dat ging zo: “Ja, als 
							je zo op een bocht afgaat, denk je steeds, zal hij 
							eerst stoppen of ik, want alle twee tegelijk gaat 
							niet,” 
                          
                          Vriend: “En het is 
							meestal niet Frits die afremt.” 
                          
                          Vader Selling zegt het 
							iets anders: “Rob is voorzichtiger.” 
                          
                          Hoe dan ook, die twee 
							broers Selling lappen het hem dan toch maar. De 
							motor van Frits is eigenlijk een standaard Eysink, 
							waaraan zelf alles veranderd en verbeterd is. Het 
							motorblok van Frits dateert zelfs van 1936, maar 
							veel van 1936 zit er niet meer aan. En u zou eens 
							moeten weten, hoeveel uren er aan de werkbank zijn 
							doorgebracht deze nawinter en in het vroege voorjaar 
							om alles voor het raceseizoen 1952 in orde te 
							krijgen. En u moest eens weten hoeveel ervaring en 
							hoeveel vakkennis in dit werk gaan zitten. 
                          
                          Daarom kunnen we ons 
							voorstelen dat vader Selling zegt: “Duur is het wel. 
							Al krijgen ze nu als seniorrijders startgeld en 
							geldprijzen als er gewonnen wordt, maar als ze in 
							dit bedrijf verder gaan, is het goed om door races 
							bekend te zijn.” 
                          
                          De jongens zelf zeggen 
							daarover: “Dat zit er ook wel achter, maar wij doen 
							het toch vooral voor de sport.” 
                          
                          Ik zou nog heel veel 
							verhalen over die twee broers kunnen vertellen. 
							Bijvoorbeeld hoe ze eens naar races gingen in België 
							op een Harley van 1923 (u moet dat ding eens gaan 
							bekijken) met een niet zo brandschoon 
							nationaliteitsbewijs, hoe zij toen bij de douane 
							cautie moesten storten, wat zij  niet konden en 
							hoe ze toen via een Belgische boer toch over de 
							grens gekomen zijn zonder cautie met Harley. En 
							terug natuurlijk. 
                          
                          Tussen twee haakjes: u 
							moet niet proberen aan Frits en Rob Selling 
							sigaretten of jenever kwijt te raken, dat kan niet 
							vanwege de sport. Misschien zijn er mensen, die nu 
							iets beginnen te prevelen van “wie is er nou zó gek 
							op motoren.” Wij zouden graag willen zeggen, dat er 
							voor het beroep van Frits en Rob veel vooroefening 
							in zit en scholing en dat het geharde knapen zijn 
							geworden, die snel moeten kunnen beslissen en die 
							niet met een nevelige kop in de stad rondhangen met 
							sigaretjes en borreltjes, als zoveel van hun 
							leeftijdgenoten. 
                          
                          Moeder Selling 
                          
                          Moeder Selling gaat 
							naar de races kijken als ze kan. Bang? ....Nou, 
							laten we daar maar niet over praten. Ik ben (als ik 
							niet meekan), altijd weer blij als ze mij opbellen 
							om te zeggen hoe het afgelopen is.” 
                           
                          
                          Links op de foto vader 
							Henk Selling zijn moeder en Frits als 19 jarige. 
                          
                          Wist u, dat diezelfde 
							Frits, die dit jaar alweer een derde en een tweede 
							plaats bemachtigde, toen hij vorig jaar op het 
							toneel werd geroepen in Utrecht bij de 
							KNMV-vergadering om zijn prijs in ontvangst te 
							nemen, door zijn vrienden vrijwel het podium is 
							opgeduwd en toen nog via de coulissen verdween? 
                          
                          Dat lijkt misschien 
							vreemd, maar u moet niet vergeten, dat hij in dit 
							geval zijn motor niet onder zich voelde. Ik had wel 
							beloofd dit niet te vertellen, maar hij moet het me 
							maar niet kwalijk nemen. 
 |